Drielsma, Appie

Zijn werk spreekt zowel een constructief geometrisch als een plastisch organisch idioom. Drielsma past het eerste in de regel toe bij monumentale werken, de tweede lijkt voorbehouden tot antropomorfe figuren en portretten. In beide spelen onderling verwante beeldelementen een rol. Zo zijn zijn portretten als het ware te lezen als biografische constructies en zijn de constructief geometrische werken tegelijk verbeeldingen van innerlijke beleving. Daarin zijn veelal teksten of woordfragmenten opgenomen - de magie van het woord, de namen - die onze eigen verbeelding een handje helpen. Drielsma behoort tot een generatie, die als kind tijdens de oorlog de jodenvervolging heeft ondergaan en deze traumatische geschiedenis tot het laatst toe in zich meedraagt. Na de oorlog is het bewustzijn van dit drama in het collectieve geheugen doorgedrongen. In dit licht werd Drielsma ondermeer de opdracht gegund voor het Mauthausen-monument, dat in 1986 werd onthuld. De imposante stenen geometrisch abstracte vormen met hun open restvolumes, weerspiegelen de zwaarte van de herinnering aan de Shoah en tegelijk een zuivere orde, die tot nederigheid en inkeer stemt. Dit laatste schuilt ook in het frontale karakter van zo'n gedenkteken. Net als de gedenktekens als het Old Hickory-monument in Maastricht of het oorlogsmonument bij het Vredespaleis in Den Haag, komt toch ook dit beladen Mauthausen-monument voort uit speelse vormexperimenten. Deze eigenzinnige kracht was al in Drielsma's vroegste werken zichtbaar. Het ging voornamelijk om portretten, die onmiddellijk door hun uitgesproken plasticiteit opvielen. Eind jaren zestig verkregen de portretten een constructief karakter, d.w.z. de volumes werden opengewerkt, waarbij het gepolijste brons of aluminium de autonomie ervan benadrukte. Hier en daar werden teksten in reliƫf toegepast. Eerste helft jaren zeventig ontstonden maskerachtige gestalten op tot meubel verklaarde sokkels, die zich mengden in de constructieve omgeving. Portretten vormen blijvend een belangrijk onderdeel van Drielsma's sculpturale activiteit, zoals blijkt uit zijn portret van jazz-trompettist/componist Miles Davis in 1982 en van de Nederlandse componist Jan van Gilse in 2007, beide in opdracht van Muziekcentrum Vredenburg in Utrecht. Voor Appie Drielsma - die eind jaren vijftig, begin zestig werd geschoold bij Albert Meertens aan de Stadsacademie en bij Federico Carasso aan de Jan van Eyckacademie - ontstaat elk beeld vanuit de materie: materie in ambachtelijke zin, maar ook de materie die het leven zelf is. (bron: internet)